Proefvak jeneverbes

Op het Balingerzand, onderdeel van het Mantingerveld, is door de universiteit Groningen een proefvak aangelegd voor een zaaiproef met jeneverbessen. Het proefveld bestaat uit vier en twintig vakken.

Alle vakken worden geënt met een voor de jeneverbes gunstige schimmel.

Grote potten met schimmelmateriaal, kleine potten met jeneverbessen.


De jeneverbessen hebben enige tijd in de koeling gelegen. dat kan het kiemen bevorderen

Eerst enten en dan harken?

Eerste enten dan harken of eerst harken en dan enten?

Geënten en geharkt.

Twaalf vakken zijn geschoond maar verder niet behandeld. De andere vakken zijn behandeld met Dolokal en/of Eifelgold, lavameel.

  • Dolokal is een kalkmeststof in poedervorm. Dolokal is een 100% natuurproduct en lost snel op. Door de extra toegevoegde magnesium krijgt de plant een dieper bladgroen
    Dolokal reguleert de zuurgraad (pH-waarde) van de bodem. De juiste zuurgraad is belangrijk voor de goede ontwikkeling van planten, struiken en bomen. Tevens stimuleert Dolokal de ontwikkeling van micro-organismen in de bodem en verhoogt zo de bodemvruchtbaarheid en zorgt voor een goede luchtige bodemstructuur.
  • Eifelgold lavameel is rijk aan mineralen zoals silicium, magnesium, calcium en vele sporenelementen. Ook het paramagnetische zorgt voor een sterker gewas.

Overzicht van de proefvakken en de daarop toegepaste hulpstoffen.

Over Mantingerveld

Verslag van de activiteiten van de vrijwilligers van Natuurmonumenten op het Mantingerveld, Mantingerbos en -weiden en vermeldenswaardige gebeurtenissen.
Dit bericht werd geplaatst in Balingerzand, Bij de buren, Bomen, Jeneverbes, Mantingerveld, Winter. Bookmark de permalink .

3 reacties op Proefvak jeneverbes

  1. Tjakko zegt:

    Zaaien van jeneverbes nooit gedaan wel gestekt, bij stekken beworteld 90% van de stekken gemakkelijk.

    Like

  2. Jaap Vervloet. zegt:

    LS,

    Wat hier “nagebootst” wordt met enten en bemesten klopt niet met wat vroeger op de heide gebeurde.
    Er was rond 1880 – 1900 een massale opkomst van jonge jeneverbes op de heide die door de opkomst van de kunstmest niet meer nodig was voor de potstal.
    In “Bosschap” van maart 2013 is een artikel verschenen over “herstel van Jebeverbesstruwelen”, een OBN-onderzoek 2007-2011.
    Daarbij werd een minimale opkomst van zaailingen vermeld, nog niet 1%, terwijl er terloops in de tekst en onder een illustratie vermeld werd dat er een grote opkomst was in een jeneverbesbos dat als “kippenren” gebruikt werd en langs een soort schapendrift.
    Naar mijn mening is de grote verjongen opgetreden toen de heide niet meer geplagd werd en er nog voldoende korhoenders waren om de restanten van de bessen die las voeding genuttigd waren met hun ontlasting te verspreiden.
    Bij een boswandeling met een boswachter bij Kootwijk het ook gehad over de verjonging. Enkele jaren daarvoor had er op het terrein ten noorden van de A1, het Caitwickerzand, een brand gewoed waarbij naderhand ook een enorme opkomst van jonge jeneverbessen opgevallen was.
    Ik zelf heb een zaaitest gedaan met wat oude verhoute bessen en nog zachte bessen die verzameld zijn onder een jeneverbesstruik. In totaal 8 bessen, dus maximaal 24 zaden, gebruikt. Deze enkele uren in verdund zoutzuur geweekt om de spijsvertering van een vogel na te bootsen, Ik had een opkomst van 5 zaailingen, dus ca. 20%. Hiervan zijn er na 5 jaar nog 4 van over. Ik heb elk jaar foto’s gemaakt van deze zaailingen.

    Het loont de moeite om dat proces van 1880-1900 na te bootsen door jeneverbessen uit te strooien in een kippenren en de ontlasting enkele dagen te verzamelen en dat in een zaaiproef te gebruiken.

    Met vriendelijke groeten,

    Jaap Vervoet.

    Like

  3. Pingback: Proegvak jeneverbes | Mantingerveld

Plaats een reactie